Furkan Temel ontsnapt aan de verwoestende gevolgen van de vuurwerkramp in Enschede op zaterdag 13 mei 2000, dankzij de kordate actie van zijn tante. Het noodlottige incident maakte hem in een klap wees, samen met zijn broer Gökhan. Beiden worden geconfronteerd met een leven vol trauma en verlies.
Vandaag de dag herbeleeft Furkan nog steeds de verschrikkingen van die fatale dag. De herinneringen aan de ramp achtervolgen hem, vooral wanneer hij sirenes hoort. Na de tragedie verbleef hij maandenlang in de Diekmanhal en vond hij onderdak bij verschillende familieleden, terwijl de band met zijn broer langzaam verzwakte.
Furkan uit zijn pijn over het gemis van zijn ouders en broertje. Hij zoekt troost bij hun rustplaatsen in Turkije en bidt voor hun zielen. De emotionele last weegt zwaar, vooral in momenten van wanhoop waarin een oudere broer ontbreekt om op terug te vallen.
Elke reis naar Turkije om zijn dierbaren te herdenken, confronteert Furkan met de harde realiteit van het verlies. De namen en data op de grafstenen herinneren hem aan een tragisch verleden dat hij nooit zal vergeten.
De vuurwerkramp in Enschede heeft diepe littekens achtergelaten in het hart van Furkan en zijn broer Gökhan. De zoektocht naar verzoening met het verleden blijft een uitdagende strijd, maar Furkan weigert de emotionele impact te ontwijken.