De nalatenschap van verzet en moed doorstaat de tand des tijds. In een aangrijpende familiekroniek wordt het verhaal verteld van Bert Woudstra, een man met een beladen geschiedenis die tot leven komt in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog.
Het is het jaar 1980 wanneer Bert Woudstra, op 48-jarige leeftijd, een tas vol documenten ontvangt van zijn neef Werner Rosenfeld. Deze papieren onthullen het verboden avontuur van Rosenfeld en Woudstra's broer Egon, die in 1942 kozen voor een riskante vlucht die hun lot zou bepalen.
In de schaduw van een ogenschijnlijk zorgeloze jeugd in Enschede, worden de Woudstra's geconfronteerd met het groeiende antisemitisme en de genadeloze hand van de nazi's. De pijnlijke confiscatie van de familiewinkel en de hartverscheurende deportatie van hun vader ontketenen een golf van onrechtvaardigheid die hen noopt tot daden van verzet.
Het verlies van hun vader als gevolg van een brute daad van de bezetter wordt de drijfveer voor Egon en Werner om wraak te willen nemen. Een diepgeworteld schuldgevoel en onuitputtelijke vastberadenheid leiden hen naar de gevaarlijke paden van verzet en rebellie tegen het fascistische regime.
Met een aangrijpende verbondenheid doorstaan Egon en Werner een heroïsche reis die hen tot in verre landen voert, gedreven door moed en gesteund door een vurig verlangen naar gerechtigheid. Hun verhaal, nu vastgelegd in een familie-epos, getuigt van menselijke veerkracht en ongekende opoffering.
In een tijd waar de echo's van het verleden nog steeds naklinken, presenteert Bert Woudstra met trots het boek dat een monument is voor zijn broer, neef, en alle anderen die vochten tegen onrecht. Het erfgoed van verzet en de erfenis van moed blijven voortleven in zijn woorden en daden.
Terwijl de wereld de lessen van het verleden omarmt, blijft de boodschap van Nie Wieder resoneren. In de hoop op een toekomst zonder oorlog en onrecht, schrijft Bert Woudstra een onuitwisbare bladzijde van vastberadenheid en hoop in het grote boek van menselijke geschiedenis.