Herman Hendriks, een inwoner van Enschede die al geruime tijd streeft naar een leven in een woonwagen, bevindt zich in een moeilijke situatie. Na een ernstige ziekte vorig jaar, waarvoor hij meerdere operaties onderging, heeft de infectie hem opnieuw getroffen. Tot zijn ontsteltenis heeft de gemeente zijn uitkering stopgezet, waardoor hij met een schrijnend dilemma wordt geconfronteerd.
Hendriks, die momenteel verblijft in Elburg en verzorgd wordt door zijn dochter, voelt zich genoodzaakt tot een schokkende beslissing. Hij uit zijn wanhoop door te stellen dat hij gedwongen wordt tot euthanasie om in aanmerking te komen voor een uitkering. Deze schrijnende situatie weerspiegelt de complexiteit van het sociaal vangnet en de impact op kwetsbare individuen.
De actie van de gemeente om de uitkering van Hendriks stop te zetten, ondanks zijn fysieke en financiële kwetsbaarheid, roept vragen op over de menselijkheid van dergelijke maatregelen. Het conflict tussen de bureaucratische regels en het menselijke leed dat hieruit voortvloeit, brengt de dilemma's van het sociale bijstandssysteem aan het licht.
De schrijnende situatie van Hendriks vraagt niet alleen om een herziening van individuele gevallen, maar werpt ook een bredere vraag op over de menselijke aspecten in het sociale beleid. Zijn noodkreet legt de vinger op de zere plek en benadrukt de behoefte aan meer begrip en empathie in het omgaan met sociale uitkeringen en gezondheidsproblemen.